• Hij had tien minuten; na een kwartier schoof het publiek inmiddels onrustig heen en weer.
  • Zij kreeg een half uur; na 25 minuten schrok ze van het seintje van de dagvoorzitter. Ze was nog lang niet door haar verhaal heen.

Het zintuig waarmee we ’tijd’ moeten inschatten, is niet bij iedereen goed ontwikkeld. Hoe vaak maak je het niet mee dat je een spreker betrapt op het ‘afraffelen’ van het laatste deel van zijn presentatie? Of oeps, dat hij of zij abrupt ineens hele stukken overslaat? Laten we eens duiken in de oorzaken ervan, zodat jou dit niet meer hoeft te overkomen.

Ik zie vaak vijf fatale valkuilen die hieraan ten grondslag liggen:

Dat je geen ‘punt’ hebt. Je week niet wat nu eigenlijk die ene zin is die je aan je publiek wilt overbrengen.

Dat je vooraf niet in de schoenen van het publiek bent gaan staan. Het is dus onduidelijk voor je wat er voor dit publiek op dit moment nodig is om tot jouw punt te komen.

Dat je moeilijk hoofd- van bijzaken kunt scheiden en je moeite hebt om de materie begrijpelijk uit te leggen. Je wilt graag volledig zijn en ziet geen mogelijkheden jouw ‘darlings te killen’. Mogelijk omdat je gewoon zelf super enthousiast bent over jouw onderwerp en je dit graag wilt delen met het publiek.

Dat je begrijpelijke, eenvoudige taal (onbewust?) niet wílt… Je hebt in dat geval misschien behoefte aan erkenning voor jouw positie en/of de complexiteit van de materie. Je wilt voor ‘vol’ worden aangezien.

Dat je de korte route niet durft te pakken. Vaak merk ik dat presentatoren lastige vragen vóór willen zijn. Dat ze denken dat ze door de mand vallen als ze niet volledig zijn.

Tja…

Respect voor mensen die in heldere taal iets complex kunnen uitleggen! En dan ook nog binnen de tijd die ervoor staat het publiek te boeien, te betrekken en mee te nemen in hun punt.

Maar dit kun jij ook. Echt! Het vergt alleen wel de juiste voorbereiding:

  • Heb een punt. Een kernboodschap en de rest is ‘franje’ er omheen.
  • Weet wat er leeft onder je publiek en dit in je presentatie ook laten merken. Je vertelt vooral waar de behoefte van je publiek naar uitgaat.
  • Dwing jezelf jouw punt eens uit te leggen aan – pak ‘m beet – een groep 8 of HAVO 4. Gebruik gewone mensentaal en verras jouw publiek met een begrijpelijk, compact verhaal.
  • Stijg boven jezelf uit en los je behoefte aan erkenning zelf op. Jouw moeilijke woorden en langdradige verhaal werken trouwens eerder tegen je dan vóór je.
  • Beschouw reacties en vragen uit het publiek als een compliment (blijk van betrokkenheid!) in plaats van jezelf daarvoor op de kop te geven.

Zie het als een uitdaging in je presentatie zo kort mogelijk te zijn! En benut de ruimte die overblijft met interactie met je publiek. Het zorgt ervoor dat jouw boodschap beter bij hen beklijft. Zij zullen je dankbaar zijn!

Welke manier heb jij om te zorgen dat je met je presentatie binnen de afgesproken tijd blijft? Ik nodig je van harte uit hieronder je reactie achter te laten!